Volkswagen up, Skoda Citigo - Instructieboekje (2011-2024): Inleiding voor het onderwerp

De slijtage van de remmen is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de rijstijl. Onder verzwaarde omstandigheden (bv. stadsverkeer, sportieve rijstijl) moet de toestand van de remmen ook tussen de onderhoudsbeurten door worden gecontroleerd een specialist.

De remwerking kan vertraagd inzetten door vochtige resp. in de winter bevroren of met een zoutlaag bedekte remmen. De remmen moeten worden gereinigd en gedroogd door enkele keren te remmen.

Corrosie op de remschijven en vervuiling van de remblokken worden bevorderd door langdurig stilstaan en matig gebruik van de remmen. De remmen moeten worden gereinigd door enkele keren te remmen.

Voordat van een lange of steile helling bergafwaarts wordt gereden, snelheid verminderen en naar de eerstvolgende lagere versnelling terugschakelen.

Daardoor wordt de remwerking van de motor benut en worden de remmen ontlast. Als er toch moet worden bijgeremd, moet dit met tussenpozen gebeuren.

Noodstopwaarschuwing - bij een noodstop kunnen de remlichten automatisch gaan knipperen als waarschuwing voor het achteropkomende verkeer.

Nieuwe remblokken moeten eerst "worden ingeremd", want deze bieden in het begin geen optimale remwerking. Daarom ongeveer de eerste 200 km bijzonder voorzichtig rijden.

Een te laag remvloeistofpeil kan storingen in het remsysteem veroorzaken. In het instrumentenpaneel gaat het controlelampje branden, Remsysteem.

Als het controlelampje niet brandt en toch een langere remweg wordt geconstateerd, dan moet de rijstijl worden aangepast aan de onbekende storingsoorzaak en de beperkte remwerking - direct de hulp van een specialist inroepen.

De rembekrachtiger verhoogt de druk die met het rempedaal wordt opgewekt.

De rembekrachtiger werkt alleen als de motor draait.

ATTENTIE
  • Wanneer de motor is afgezet is meer kracht nodig om te remmen - gevaar voor ongevallen!
  • Tijdens het remmen met een wagen met schakelbak, ingeschakelde versnelling en in een laag toerentalbereik, moet het koppelingspedaal worden ingetrapt. Anders zou dit een negatieve invloed op de rembekrachtiger kunnen hebben - gevaar voor ongevallen!
  • Het rempedaal niet intrappen wanneer er niet hoeft te worden geremd.

    Dit leidt tot oververhitting van de remmen en daardoor tot een langere remweg en een hogere slijtage - gevaar voor ongevallen!

  • De remmen alleen schoon en droog remmen als de verkeerssituatie dit toelaat. Andere verkeersdeelnemers mogen niet in gevaar worden gebracht.
  • De aanbevelingen met betrekking tot nieuwe remblokken in acht nemen.
  • Bij het stoppen en parkeren de handrem altijd stevig aantrekken, anders kan de wagen wegrollen - gevaar voor ongevallen!
  • Bij het naderhand monteren van een frontspoiler, wieldoppen, enzovoort, moet worden veiliggesteld dat de luchttoevoer naar de voorremmen niet wordt beïnvloed. Anders kunnen de voorremmen oververhit raken - gevaar voor ongevallen!

    READ NEXT:

     Handrem

    Afb. 123 Handrem De handrem blokkeert de wagen tijdens het stoppen en parkeren tegen ongewenste beweging. Aantrekken De handremhendel volledig omhoogtrekken. Loszetten De handremhendel iets omhoogtrekken en tegelijkertijd de grende

     Parkeren

    Om te stoppen en parkeren een plek met een geschikte ondergrond zoeken . De handelingen bij het parkeren alleen in de aangegeven volgorde uitvoeren. De wagen afremmen tot stilstand en het rempedaal ingetrapt houden. De handrem stevig aantrek

     Handmatig schakelen en pedalen

    Inleiding voor het onderwerp VOORZICHTIG Als op een helling wordt gestopt, nooit proberen de wagen met het koppelings- of gaspedaal op zijn plaats te houden - gevaar voor schade aan de koppeling. Handmatig schakelen Afb. 124 Schakelsc

    SEE MORE:

     Inleiding voor het onderwerp

    Vóór elke rit de juiste zithouding innemen en deze houding ook tijdens de rit niet wijzigen. Ook de passagiers erop wijzen de juiste zithouding in te nemen en deze houding ook tijdens de rit niet te wijzigen. Voor de bijrijder geld

     Inleiding voor het onderwerp

    Knop A " afb. 34 wordt bij het wegrijden resp. vanaf een snelheid van meer dan 5 km/h gedeactiveerd. Na het stoppen en openen van een portier wordt de knop weer geactiveerd. ATTENTIE Nooit met een geopende achterklep rijden, omdat dan giftig