- Start de motor van de hulpauto en laat de motor met enigszins
verhoogde toeren draaien.
- Start de motor van de stilgevallen auto.
N.B.: Voor auto's met
een handgeschakelde transmissie: als de accu leeg raakt of u een
nieuwe accu installeert, zal de motor pas starten wanneer u het
koppelingspedaal twee seconden ingedrukt houdt en het
koppelingspedaal daarna loslaat en twee seconden wacht, met de
sleutel in de stand AAN gedraaid en de motor uit.
- Zodra de stilgevallen auto is gestart, laat u beide motoren nog
eens drie minuten draaien voordat u de hulpstartkabels loskoppelt.
De hulpstartkabels verwijderenVerwijder de hulpstartkabels in omgekeerde volgorde van aansluiten.
N.B.: In de afbeelding
wordt de onderste auto gebruikt om de hulpaccu (de voedingsbron) aan
te duiden.
- Houd de hulpstartkabel weg van het geaarde metaaloppervlak.
- Maak de hulpstartkabel los van de negatieve (-) aansluiting van
de accu van de hulpauto.
- Maak de hulpstartkabel los van de positieve (+) aansluiting van
de accu van de hulpauto.
- Maak de hulpstartkabel los van de positieve (+) pool van de accu
van de stilgevallen auto.
Zodra de stilgevallen auto is gestart en de hulpstartkabels zijn
verwijderd, laat u de motor een paar minuten stationair draaien
zodat de motorcomputer de omstandigheden voor stationair draaien
opnieuw kan aanleren.
READ NEXT:
Het systeem doet de lampjes van de richtingaanwijzers knipperen bij
een ernstige botsing waarbij een airbag (voor, zij, zijgordijn of
Safety Canopy) of de gordelspanners worden geactiveerd.
De lampjes gaan uit wanneer:
u op een knop voor
Zekeringkast motorruimte
Deze zekeringkast bevindt zich in de motorruimte.
Zekeringenkast in passagierscompartiment
De zekeringenkast bevindt zich achter het handschoenenkastje. Ga als
volgt te werk voor toegang tot de zekeringkast:
SEE MORE:
Afb. 38 Bediening van het schuif-kanteldak
Bediening van het schuif-kanteldak " afb. 38
Volledig openen
In de geluidsarme stand openen
Gedeeltelijk openen
Volledig sluiten
Omhoogzetten (schakelaar in stand
)
Terugzetten (schakelaar
De slijtage van de remmen is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en
de rijstijl. Onder verzwaarde omstandigheden (bv. stadsverkeer, sportieve
rijstijl)
moet de toestand van de remmen ook tussen de onderhoudsbeurten door
worden gecontroleer