Ford Ka+ - Instructieboekje (2018-2024): Werking
WAARSCHUWINGN.B.: Door sommige later aangebrachte accessoires, zoals grote trekhaken, fietsen- of surfplankrekken kan het systeem minder goed werken of vals alarm geven.Om letsel te voorkomen, moet u deze paragraaf over de beperkingen van het systeem hebben gelezen en begrepen. De sensoren zijn slechts een hulpmiddel om bepaalde (meestal grote en vaste) voorwerpen te ontdekken wanneer op een vlak wegdek met parkeersnelheid wordt gereden. Bepaalde voorwerpen met oppervlakken die ultrasonische geluidsgolven absorberen, parkeerhulpsystemen van omringende voertuigen, verkeersgeleidingssystemen, fluorescerende lampen, slecht weer, luchtremmen en uitwendige motoren of ventilators kunnen ook een nadelige invloed op het sensorsysteem hebben. Dit kan onder andere resulteren in verminderde prestaties of een onterechte activering.
Om letsel te voorkomen, moet u altijd voorzichtig zijn in de achteruit (R) en als u het sensorsysteem gebruikt.Het parkeerhulpsysteem kan niet voorkomen dat u tegen kleine of bewegende voorwerpen, laag bij de grond, aanrijdt. Het parkeerhulpsysteem geeft een geluidssignaal wanneer het een groot voorwerp detecteert en helpt zo schade aan uw auto te voorkomen. Wees voorzichtig wanneer u het parkeerhulpsysteem gebruikt, om verwondingen te voorkomen.
N.B.: Houd de sensoren in de bumper vrij van sneeuw, ijs en zware vuilophopingen. Indien de sensoren afgedekt zijn, kan de nauwkeurigheid van het systeem nadelig worden beïnvloed. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen.
N.B.: Indien uw auto schade aan de achterbumper of het achterschort heeft opgelopen, waardoor deze scheef of verbogen zijn, kan de sensorzone gewijzigd zijn. Dit kan onnauwkeurige metingen van obstakels of vals alarm veroorzaken.N.B.: Het sensorsysteem kan niet worden uitgeschakeld wanneer een MyKey aanwezig is. Zie Werking.
N.B.: Wanneer u bepaalde accessoires gebruikt, zoals een aanhanger of een fietsendrager, kan het voorkomen dat het achterste sensorsysteem het accessoire detecteert en daardoor valse waarschuwingen geeft. Om valse waarschuwingen te voorkomen, wordt aangeraden om het achterste sensorsysteem uit te schakelen wanneer u een accessoire op uw auto plaatst.Het sensorsysteem waarschuwt de bestuurder voor obstakels binnen een bepaalde afstand tot uw auto. Het systeem wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het contact aanzet.
U kunt het systeem in- of uitschakelen door de transmissie in Achteruit (R) te schakelen.Als het systeem een storing heeft, verschijnt er een waarschuwingsbericht op het informatiedisplay. Zie Infoberichten.